10. Der Gorilla (André
Greipel)
In de gehele sprinttop is er niemand die imposanter oogt
dan André Greipel. De Duitse spurtbom van Lotto-Belisol laat in de laatste
honderden meters van een etappe geregeld zijn spieren rollen. Dit en zijn
bovengemiddeld brede mond leverden hem in 2008 de bijnaam ‘De Gorilla’ op.
Greipel zelf kan zich wel vinden in de vergelijking. ‘Een gorilla is normaal een
heel kalm dier maar kan op bepaalde momenten uitbarsten als een vulkaan. Ook ik
ben denk ik een rustig persoon op de fiets, maar in de laatste kilometers kan
ik exploderen’. Aldus De Gorilla tegen Blog Canyon. Zowel mentaal als fysiek,
heeft Greipel dus wel iets aapachtigs, vandaar zijn plek in deze lijst.
9. De Boemeltrein
van Kasterlee (Ludo Dierckxsens)
Wat minder bekend maar niet minder noemenswaardig is Ludo
Dierckxsens, winnaar van één touretappe. Ludo, die op 30-jarige leeftijd pas
prof werd, is op vele manieren een buitenbeentje, zo is hij vooralsnog de enige
renner die voor een dopingtest de vraag: ‘Heeft u de laatste drie maanden
verboden middelen gebruikt?’ goudeerlijk bevestigend antwoordde. De daarop
volgende dopingtest had een negatief resultaat, maar toen was het leed al
geschied. Zijn bijnaam kreeg hij door zijn onophoudende sleurwerk, of het nou
op kop van het peloton was of in de kopgroep, verzaken deed ‘De Boemeltrein’
nooit. Inmiddels is hij bijna vergeten, maar toch vinden we hem terug in de top tien van deze
lijst.
8. De Speer van
Rijsbergen (Johan van der Velde)
Met een beetje chauvinisme is niks mis, dus daarom ook
een Nederlander in de lijst. Johan ‘De Speer’ wist in zijn carrière La Doyenne,
het Kampioenschap van Zurich, twee Touretappes en drie keer de puntentrui in de Giro te winnen. Bovendien hielp hij Joop Zoetemelk aan een Tourwinst. Vanwege
zijn drugsverslaving heeft Johan er na zijn sportcarrière nog een bijnaam bijgekregen, maar daar zal hij wat minder trots op zijn. ‘De Grasmaaier’ klinkt
wel komisch, maar lang niet zo indrukwekkend als ‘De Speer’. Gelukkig is
Johan nu weer op het rechte pad en zullen we hem vooral herinneren door zijn
prestaties op de fiets. Waaronder natuurlijk het heroïsche moment op de
besneeuwde Passo di Gavia, waar hij in zijn T-shirtje als eerste naar beneden
ging en bevangen door de kou als laatste binnenkwam. ‘Het Rietje’ had op dat
moment misschien een meer passende bijnaam geweest.
7. Il Falco (Paolo Savoldelli)
Geen bijnaam die hem beter past, behalve misschien de
baksteen, want wat ging de man altijd hard naar beneden. Op een snelle afdaling
in de Giro kon Savoldelli zonder ook maar enige vrees gemakkelijk de 90
km/h aantikken. Twee keer wist de Italiaan de Giro te winnen en eenmaal was hij
de sterkste in een Touretappe, verder wist hij in Italië nog in tal van
wedstrijden de bloemen te pakken. ‘Il Falco’ heeft de laatste jaren zijn
stuurkunsten tentoongespreid op de motor van de RAI, waar hij zeer recent weg
moest, volgens spaziocyclismo was de breuk onvermijdelijk na een
principekwestie. Misschien dat hij nu aan de slag kan gaan met toppers als
Bradley Wiggins en Frank Schleck om ook hun het trucje te leren, want wat
zouden die graag de roekeloosheid van Salvoldelli kennen.
6. Il Elefantino
(Marco Pantani)
Aan aandacht en bijnamen heeft Pantani nooit gebrek
gehad, misschien juist wel teveel. Het einde van het verhaal van Elefantino is
bekend en zal ik niet herhalen. Zijn voornaamste bijnamen zijn passend en eigenlijk
had hij wel twee keer in deze lijst gekund. ‘Il Pirata’ komt natuurlijk door
zijn hoofddoek en ‘Elefantino’ heeft hij overgehouden aan zijn kale schedel en
grote oren. Zelf prefereerde Pantani de piratennaam, het olifantje kon hem niet
bekoren. Beide namen passen eigenlijk wil in deze lijst, dus laten we het erop
houden dat ze plek zes delen.
5. De Apotheker
(Rodolfo Massi)
Rodolfo Massi verkreeg zijn bijnaam niet omdat hij in een
apotheek werkte, dan zou hij waarschijnlijk ook niet in deze lijst gestaan
hebben. Bij in inbraak in zijn hotelkamer door de Franse Recherche tijdens de
tour van ’98 werd een dusdanig grote hoeveelheid doping aangetroffen, dat het
gelijk duidelijk was dat hij het doorverkocht aan andere renners. Massi werd
voor een half jaar geschorst en draagt sindsdien de bijnaam ‘De Apotheker’.
Overigens was hij ook een verdienstelijk renner, met op zijn palmares
etappezeges in de Ronde van Frankrijk en de Ronde van Italië. Ook wist Massi,
die door nota bene Bjarne Riis ooit werd betiteld als drugsdealer, de rode
lantaarn te veroveren in de Tour van 1990, met een achterstand van meer dan
drie uur op Greg Lemond.
4.Il Bimbo d’Oro
(Frank Vandenbroucke)
VDB de eerste stond vanaf jongs af aan te boeken als
groot talent. Met nationale titels bij de nieuwelingen en junioren werd hem al
snel de titel ‘Golden Boy’ ofwel ‘Bimbo d’Oro’ omgehangen. Bij de profs zette
hij zijn successen voort tot hij in 1999 voor het eerst met doping in verband
werd gebracht. Met de enkelvoudig winnaar van Luik-Bastenaken-Luik is het
sindsdien alleen maar bergafwaarts gegaan. Drugs, drank, depressies en zelfs
zelfmoordpogingen hielden hem ver van prestaties op de fiets tot hij in 2009
toch vrij onverwachts overleed aan een longembolie. Ondanks alle problemen is Golden Boy
Vandenbroucke altijd ongekend populair gebleven in zijn vaderland. Van het leven moest
hij afstand doen, van zijn bijnaam niet. ‘Il Bimbo d’Oro’ is de nummer vier in
deze lijst.
3. Bello Mario (Mario Cipollini)
Mooie Mario,
Cipo, Cipollini, Il Magnifico. Renners met meer bijnamen dan Cipollini
zijn er niet. ‘Bello Mario’ is daarvan de bekendste, waarschijnlijk heeft hij
hem zelf in het leven geroepen, want heel stiekem houdt wel van een beetje
aandacht. Nog altijd komt de grootste filmster die het peloton ooit kende
veelvuldig in het nieuws. Neem nou afgelopen Tour, waarin hij als toerist nog in zijn blote barst
met 80 km/h van de berg af ging, zijn helm thuis gelaten. Ook baarde hij opzien
door op 45-jarige leeftijd aan La Gazetta te vertellen dat hij graag een
comeback zou maken, om de laatste man te worden in de sprinttrein van Andrea
Guardini. In zijn prachtige carrière wist Mooie Mario 189 profzeges te boeken,
waarvan 42 in de Ronde van zijn thuisland, een record dat staat als een huis. Bovenal
is Cipollini de nummer drie in deze lijst en is hij daarmee de vierde en beste
Italiaan.
2. De Koffieboon
(José Rujano)
José Rujano zal niet snel vergeten worden in Italië. In
2005 stal de kleine Venezolaan de Italiaanse harten door naar een legendarische
zege te klimmen in de rit naar Sestrière en zijn derde plaats in het algemeen
klassement veilig te stellen. 162 centimeter hoog is ‘De Koffieboon’ die zijn
bijnaam dankt aan zijn minieme lengte en gewicht en de koffieproductie in zijn
thuisland. In Europa wist hij na zijn successen in 2005 een aantal jaar niet
veel meer te laten zien, maar na geweldige prestaties te leveren in de rest van
d
e wereld, probeerde hij het in 2011 weer in de Giro. De ongenaakbare Contador
werd dat jaar bergop alleen bedreigd door ’s werelds grootste koffieboon, die twee
etappes wist te winnen. Sindsdien heeft Rujano weinig meer van zich doen
spreken en na een laatste opleving in juni dit jaar waarin hij het nationaal
kampioenschap tijdrijden won, kondigde Rujano aan te stoppen met wielrennen.
1. De Kleine
Tuinman van Fusagasugá (Luis Alberto Herrera)
De nummer één van de lijst is een kleine Colombiaan die
als één van de eerste Zuid-Amerikanen furore wist te maken op Europese bodem.
Na Federico Bahamontes is hij de tweede renner die in alle drie de grote rondes
de bergtrui wist te winnen. Zijn bijnaam dankt Herrera simpelweg aan het beroep
dat hij is zijn jonge jaren en na zijn wielercarrière beoefende, namelijk
tuinman. Op 31-jarige leeftijd nam hij afscheid van het wielrennen omdat hij
zag dat doping het wielrennen overnam.
In het jaar 2000 werd ‘De Kleine Tuinman’, ereburger van Colombia,
gevangen genomen door FARC strijders, maar kwam gelukkig 24 uur later weer
vrij. Met top tien noteringen in alle grote rondes en een Vuelta zege in 1987,
zal de wielerwereld de kleine tuinman niet snel vergeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten